De zonnegod Lugh

 

Op een dag werd er een grote bijeenkomst gehouden in de oude stad Tara. Het volk van de godin Danu was zoals ieder jaar samen gekomen voor het feest dat koning Nuada gaf. Toen het feest al een tijdje aan de gang was, klopte er een onbekende jongeman, aan de stadspoort. Het was een lange man met een grote bos goud krullend haar. Hij droeg een rode koninklijke kilt. In zijn ene hand had hij een bronzen schild met een zon erop en in zijn andere hand een speer. De poortwachter vroeg: “Wat is je naam en wat kom je hier doen?”  

"Ik ben Lugh," antwoordde de jongeman. "Ik ben de kleinzoon van Diancecht en van Balor. Mijn vader is Cian en mijn moeder is Ethniu." 

"Ja, jaaa," zei de poortwachter, 

"ik vroeg niet naar je voorouders, ik vroeg wat je hier komt doen en wat kan je eigenlijk? Want luister goed vriend, niemand komt Tara binnen, tenzij hij of zij iets bijzonders kan."

“Dat komt goed uit, want ik ben een hele goede timmerman," riep Lugh. 

"Nou dan heb je pech, we hebben geen timmerman nodig, we hebben al een hele goede, zijn naam is Luchtainé." antwoordde de poortwachter. 

"Oh, maar ik ben ook een goede smid," zei Lugh toen. Hij was nog niet uitgesproken of de poortwachter riep al 

"Wij willen geen smid, we hebben al de beste smid die er te vinden is, zijn naam is Goibniu” 

"Weet je, ik ben toevallig ook een sterke en slimme krijger," zei Lugh nu. 

"Ook die hebben we helemaal niet nodig. Ogma is onze kampioen en een betere krijger bestaat er niet," zei de poortwachter vlug. 

"En vergeet niet dat ik een harpspeler ben," riep Lugh trots.

"Joh, we hebben al een geweldige harpspeler," antwoordde de poortwachter langzamerhand wat ongeduldig.  

"Maar ik ben ook dichter en verhalenverteller,"  riep Lugh vrolijk terug.

" Ook niet nodig, beste jongeman”  zuchtte de poortwachter. "We hebben al een geweldige dichter en verhalenverteller." 

"Maar wacht, ik ben ook genezer," zei Lugh. 

"Diancecht is onze dokter al ," zei de poortwachter nu kortaf.

Nog gaf Lugh niet op. 

"En dan ben ik ook nog een tovenaar," zei Lugh luid en duidelijk. "Wij willen er géén. We hebben tovenaars, heksen, druïden en en dus zat van alle magie," schreeuwde de poortwachter Lugh toe. 

Met vriendelijke rustige stem antwoordde Lugh nu:

"Vraag dan maar aan je koning of hij al iemand in zijn rijk heeft die goed is in alles, want als hij zo iemand al heeft, dan is het voor mij inderdaad niet nodig om Tara binnen te komen." 

Hoofdschuddend liep de poortwachter naar de koning Nuada. Hij vertelde hem dat er een jongeman voor de poort stond die zichzelf Lugh noemde en beweerde ‘alles te kunnen’. Daarop stuurde de koning zijn beste schaker naar de poort om tegen de vreemde jongeman te spelen. Natuurlijk won Lugh, omdat hij ook de beste schaakspeler was die er leefde. Toen nodigde de koning hem uit voor het feest in Tara. Rustig liep Lugh met een geheimzinnige glimlach naar binnen en hij nam plaats op de grote eiken zetel, die de 'Wijze Troon' genoemd werd. Deze troon was speciaal bestemd voor de slimste en sterkste man in het rijk van koning Nuada en godin Danu.  

Toen kwam de krijger Ogma naar voren om zijn krachten te tonen. Hij liep naar een mega grote steen en verplaatste hem naar de andere kant van de binnenplaats van het kasteel. Dat was knap want normaal gesproken zouden hier vier paarden voor nodig zijn geweest. Maar de grote zware steen was eigenlijk maar een afgebroken stuk van een veel groter rotsblok. Langzaam stond Lugh op en nam dit grotere rotsblok in zijn handen en plaatste hem op het afgebroken stuk steen. Daarna vroeg de koning hem harp te spelen. Lugh speelde eerst een slaapliedje en de magische klanken maakten dat de koning met met alle feestvierders in een diepe slaap viel. Ze werden zonder dat ze het wisten pas 24 uur later weer wakker. Vervolgens speelde Lugh een verdrietige melodie, waarop iedereen in huilen uitbarstte. En toen speelde hij een lied waarvan iedereen uitzinnig vrolijk werd. Toen de koning zag wat Lugh allemaal konal, bedacht hij dat iemand die zo geweldig slim en sterk heel handig en belangrijk voor zijn volk en rijk kon zijn. In zijn gedachten kwam het zelfs op dat Lugh misschien zijn opvolger zou kunnen zijn. Daarop vroeg Koning Nuada, Lugh om in Tara te blijven en voor altijd plaats te nemen op de Wijze Troon en zo werd Lugh, de zonnegod, troonopvolger en leider van het leger van het volk van koning Nuada en godin Danu.