Het heksje dat niet van Halloween hield

 

Er was eens een meisje dat Katie heette. Katie was zeven. Ze woonde in een mooi huis met haar ouders en een hondje genaamd Muffin. Het was een gewone familie eigenlijk.  Behalve een ding, want Katie, haar vader en moeder waren heksen. Zelfs Muffin was een heksenhond. En dat was best wel heel erg leuk en makkelijk.

Mama trok aan haar neus en het huis was in één klap schoon.

Papa zwaaide met zijn stok en het gazon werd vanzelf gemaaid.

Muffin stampte met zijn poten en de hondensnoepjes tuimelden uit de lucht.

De kleine Katie had, zo jong als ze was, zelfs al heel wat magie geleerd.

Ze maakte haar huiswerk en ruimde haar kamertje op, door alleen maar aan haar oor te trekken. Katie was een blij heksenkind.

Er was eigenlijk maar één ding dat Katie echt niet leuk vond: Halloween.

Eens per jaar, als de bladeren van de bomen vielen en de nachten langer werden, werden alle kinderen op haar school en in haar straat vreselijk enthousiast over Halloween.

Ze maakten kostuums voor vreselijk uitziende heksen. Met lange puntige neuzen en vlekken, met hoge zwarte punthoeden en bezemstelen.

Katie ging er op school tegenin: "Heksen zijn niet zo, echt waar. Kijk naar mij en mijn moeder ziet er ook heel mooi uit."

Maar alle andere meisjes barstten in lachen uit.

"Katie denkt dat ze een heks is," lachten ze. "Ze is een lelijke en verschrikkelijke heks."

Die dag kwam Katie erg van streek uit school thuis.

Ze huilde en huilde. En toen haar moeder vroeg wat er aan de hand was, zei ze: “Iedereen haat heksen. En ze haten heksen vooral tijdens Halloween."

Haar moeder probeerde haar uit te leggen dat sommige mensen niet van heksen hielden, omdat ze geen echte heksen kenden en alleen de griezelige verhalen uit sprookjes gehoord hadden.

 "Ik wil nooit meer iets met heksen of Halloween te maken hebben," stampte Katie boos.

Op Halloweenavond organiseerden alle kinderen van school een grote Halloween optocht door de straat.

Katie wilde niet gaan, omdat ze had besloten dat ze niets meer met Halloween te maken wilde hebben.

Maar haar moeder zei dat ze toch moest gaan, omdat een heks juist Halloween niet kan overslaan. En ze fluisterde iets in Katie's oor. Dus ging Katie met flinke tegenzin naar de andere meisjes. En direct begonnen er een paar haar uit te lachen en riepen:

"Katie hoeft zich niet te verkleden, want ze is al een heks."

Katie voelde zich boos worden. Maar ze zei niets en zo iep ze net als de anderen langs de deuren met haar pompoenemmertje. Bij het eerste huis kregen ze een hand citroenzuurtjes. Bij het tweede, een hele zak snoepjes. Bij het derde, heel veel en veel chips.

En bij het vierde, een heel pak chocoladekoekjes.

Toen kwamen ze bij het vijfde huis, daar woonde een meneer Boons heette.

En meneer Boons hield niet van kinderen. Hij had zeker geen zin om ze iets lekkers te geven.

“Wegwezen, met die stomme kinderen," zei hij in zichzelf toen hij ze op de deur hoorde kloppen.

"Snoep of schrik, snoep of schrik..." riepen de meisjes.

“Nou gaan we het meemaken”: dacht meneer Boons en er verscheen een gemene lach op zijn gezicht.

"Jullie zijn gewoon een stel domme kleine meisjes en jullie maken me echt niet bang." riep meneer Boons ze toe.

"Maar een van ons is wel een échte heks," zei het grootste van de meisjes van de groep.

"Ja, ja, Katie is een echte heks," riepen ze ineens allemaal.

Maar meneer Boons lachte ze gewoon uit.

"Dat is het domste wat ik ooit heb gehoord," zei hij. Heksen bestaan niet.

"Laat het hem zien, Katie," joelden de meisjes “Laat zien dat je echt een heks bent."

En toen stapte Katie naar voren.

"Je ziet er niet erg hekserig uit," zei meneer Boons. "Je lijkt op gewoon stom kind."

Toen herinnerde Katie zich wat haar moeder in haar oor had gefluisterd.

“Zwaai, Zwoei, Zwooi, een hamster zit in een kooi!” Sprak Katie, terwijl ze aan haar oor trok.

En alle meisjes stonden met open mond van verbazing. Want meneer Boons was in een flits weg en op zijn plaats stond nu een kooi met daarin een kleine bruine, donzige hamster, die rond en rond rende in een wiel.

Alle meisjes lachten en lachten.

Katie boog voorover naar de kooi. "Is het leuk om een hamster te zijn, meneer Boons?"

Het kleine diertje piepte en schudde zijn hoofd. Katie draaide aan het wiel, zodat hij steeds sneller moest rennen. Maar toen deed ze weer een spreuk en onmiddellijk veranderde de hamster weer in meneer Boons .

"Ik pak wat lekkers voor jullie meiden," zei hij heel angstig en nerveus.

En hij kwam terug met kilo’s en kilo’s  chocoladerepen, frisdrank, koekjes en zelfs een ijsje voor elk meisje.

"Kom volgend jaar maar terug meisjes," zei hij vlug. "Dan heb ik nog meer voor jullie."

En terwijl het groepje meisjes verder langs de deuren liep, leek het of iedereen al had gehoord dat er vanavond een echte heks bezig was geweest en dus gaven de mensen nog meer snoep en koekjes dan normaal. En alle meisje juichten voor Katie en wilden naast haar lopen. 

"Weet je, misschien is het toch niet zo erg om een heks te zijn," zei ze toen thuiskwam. "Ik denk dat ik vanaf nu Halloweenoptocht leuk ga vonden"

Snel ging ze aan de feestelijk gedekte tafel zitten om samen met haar vader, moeder en voorouders het Samhainfeest te vieren, want weet je dát is het feest wat heksen vieren op 31 oktober.

Halloween is meer voor uh…… niet heksen