Baba Jaga
(Dit is het Russische volksverhaal van de heks, Baba Jaga)
Er was eens een vader, die samen met zijn dochtertje Natasja in een kleine hut woonde. Ze hadden het gezellig en goed. Iedere dag dronken ze samen thee met honingbrood en aardbeienjam. Ze hadden het goed en gezellig. Maar toch misten ze een vrouw en moeder in huis. En toen de man op een goede dag een vrouw ontmoette, ze verliefd werden en al snel trouwden, waren vader en dochter helemaal gelukkig. Maar helaas niet voor lang.
De stiefmoeder kwam met de een na andere strenge nieuwe regel. Natasja mocht geen spelletjes meer met haar vader spelen. Ook was het afgelopen met het thee drinken, laat staan dat ze nog brood met jam kreeg. Het enige dat Natasja ‘s avonds te eten kreeg, was een klein korstje oud brood en dat moest nog buiten opeten ook.
Arme Natasja! Ze rende iedere avond de tuin in naar de schuur en daar at ze het door haar tranen nat geworden korstje dan op, helemaal alleen.
Nauwelijks had ze de laatste kruimel binnen of ze hoorde de gemene vrouw al schreeuwen dat ze meteen weer naar binnen moest! De afwas van het avondeten moest gewassen worden en de vloer moest geboend worden tot hij glom.
Maar allergemeenste was wel dat de vrouw elke avond bij Natasja's vader klaagde over hoe lui Natasja was en dat alles wat er in huis mis of kapot ging haar schuld was. En de vader….. die geloofde zijn nieuwe vrouw.
Eigenlijk wilde de stiefmoeder Natasja het liefst kwijt. “Hoe kom ik van dat kind af?” spookte het steeds door haar hoofd. Tot ze zich op een avond aan het begin van de winter ineens aan haar zus, de verschrikkelijke bosheks Baba Yaga, dacht. "Ik weet hoe ik voorgoed van die snotaap af kan komen", lachte de stiefmoeder gemeen in zichzelf.
De volgende ochtend vertrok de vader naar zijn vrienden om op hazen te gaan jagen. Zodra hij uit het zicht was, draaide de slechte stiefmoeder zich om naar Natasja.
"Luister naar me,"siste ze. "Vandaag ga je mijn zus bezoeken, je lieve tante, ze woont in het bos. Vraag haar om een naald en draad. Die heb ik nodig om dit overhemd te repareren."
"Maar," zei Natasja, terwijl ze een naald en draad uit de naaidoos pakte, "we hebben hier naalden en draad in de naaidoos." Natasja wist heus wel dat die ‘tante’ in het bos, de verschrikkelijke heks, Baba Yaga was! En dat zij kleine kinderen vliegend op haar reusachtige bezem achtervolgde. En als ze een kind ving, at ze het op met haar ijzeren tanden.
“Vroeg ik je wat?!" snauwde de stiefmoeder en ze sloeg de naald en draad uit de handen van de arme Natasja.
Bevend van angst zei het meisje fluisterend: "Nee moeder, zeg me maar hoe ik tante vind?"
"Dat is beter!" zei de stiefmoeder met een grijns. Ze draaide de neus van het kleine meisje om en kneep er hard in.
"Dat is je neus!" ze zei. "Voel je hem?"
“Ja,”fluisterde het arme meisje.
“Je moet langs de weg het bos tot je bij een omgevallen boom komt, dan linksaf”, zei de stiefmoeder. "Volg je neus. Dan kom je bij je tante . Nu weg met jou, luie meid!"
De stiefmoeder stopte het meisje een geknoopte zakdoek met een paar stukjes oud brood, wat kaas en vlees toe. En duwde haar toen hard de hut uit.
Natasja keek achterom. Haar stiefmoeder stond woedend met gekruiste armen voor de deur. Ze kon niets anders doen dan weg gaan en het meisje liep langs de weg naar het bos, toen naar de omgevallen boom en toen sloeg ze linksaf. Haar neus begon harder te kloppen, dus ze wist dat ze de goede kant op gin g.
Toen stond ineens zag ze achter een oude poort met een hut.Er was geen twijfel mogelijk, dit moest de hut van tante, de Baba Yaga, zijn. Want de hut had hoge kippenpoten, waarmee het over het erf liep. De ramen leken op twee ogen en de deur op een mond.
De poort in het hek stond op een kier open. Toen Natasja er een beetje tegen duwde, maakte de poort een verschrikkelijk piepend geluid. Toen zag ze op de grond een roestig oliekannetje staan en ze pakte het op. “Wat een geluk,” zei ze, “er is nog wat olie over.” Ze goot de paar druppels op de scharnieren van het hek. En direct zwaaide de poort zonder piep open.
Toen Natasja dichterbij kwam, draaide Baba Yaga's huis zich om op zijn kippenpoten. En het stond tegenover haar. Ze was bang, maar door het geluid van huilen draaide ze zich toch om. Een dienstmeid van Baba Yaga stond in de tuin te huilen en veegde haar tranen af aan haar mouw.
“Wat een geluk,” zei Natasja, “dat ik een zakdoek heb.” Ze pakte haar zakdoek, schudde hem schoon en stopte voorzichtig het beetje eten in de zak van haar jasje. Ze gaf de zakdoek aan Baba Yaga's meid, die haar tranen ermee afveegde en glimlachte.
Voor de deur van de kippenpotenhut zat een grote magere hond op een oud bot te kluiven. "Wat een geluk", zei het kleine meisje, "dat ik wat brood en vlees heb." Natasja greep in haar zak naar haar stukjes brood en vlees en zei tegen de hond: “Ik ben bang dat het nogal muf is, maar het is beter dan niets.” Meteen schrokte de hond het op en likte zijn lippen. Natasja bereikte eindelijk de deur van de hut. Bevend klopte ze aan.
“Kom binnen,” piepte de boze stem van Baba Yaga. Het kleine meisje stapte naar binnen. Daar zat Baba Yaga, de heks, aan een weefgetouw te weven. Ze had warrig wit haar, een heel lange neus en als ze glimlachte, had ze een mond vol ijzeren tanden. Ze was magerder dan mager.
“Goedendag, tante,” zei Natasja, terwijl ze niet bang probeerde te klinken.
“Goedendag, nichtje,” zei Baba Yaga.
“Mijn stiefmoeder heeft me naar je toe gestuurd voor een naald en draad om een overhemd te repareren.”
'Heeft ze dat?' grijnsde Baba Jaga en haar ijzeren tanden flitsten. Ze wist dat haar zus Natasja haatte.
“Ga hier aan mijn weefgetouw zitten en ga verder met weven,” zei Baba Yaga. “Ik zal intussen die naald en draad voor je gaan halen.” Dus het kleine meisje ging aan het weefgetouw zitten en begon te weven.
Baba Jaga fluisterde tegen haar meid: "Luister naar me! Ga naar het badhuis. Steek het vuur aan voor het badwater. Het moet echt goed heet zijn."
“Ja,” zei de meid en ze ging weg om te doen wat haar gevraagd was. " O, wat zal ik een heerlijke maaltijd van dit kind maken!" lachte Baba Jaga in zichzelf.
De meid kwam de kamer binnen waar Natasja aan het weven was, om de waterkruik te halen die ze nodig had om het bad te vullen. Natasja zei tegen haar: "Ik smeek je, maak het vuur langzaam aan en het water langzaam opwarmen. Ik heb tijd nodig om een plan te bedenken!" De meid zei niets, maar deed er heel lang over om het badwater warm te krijgen.
Baba Yaga stond voor het raam van haar hut en zei met haar liefste stem: “Ben je nog steeds aan het weven, nichtje, mijn liefje?”
“Ja, ik ben aan het weven, tante,” zei Natasja en ze dacht: "Ik moet hier weg, op de een of andere manier!" De heks liep ongeduldig naar buiten.
In een hoek van de hut zag Natasja een magere zwarte kat naar een muizenhol staren.
"Wat doe je?" vroeg ze aan de zwarte kat.
“Ik wacht op een muis,” zei de kat. “Ik heb al drie dagen niet gegeten.”
“Wat een geluk,” zei Natasja, “ik heb nog wat kaas over.” En ze gaf een stukje kaas aan de magere kat, die het in een hap doorslikte. Toen vroeg de kat: "Meisje, wil je hier weg?"
"Natuurlijk wil ik dat!" Antwoordde Natasja, "Ik ben bang dat Baba Jaga me gaat opeten!"
“Dat zal ze zeker doen,” zei de kat. “Maar ik weet hoe ik je kan helpen.” fluisterde de kat nu, "zie je die kam op de kruk en die handdoek daar?" Natasja knikte. “Die moet je allebei pakken,” zei de kat. "Ga dan naar het badhuis terwijl Baba Jaga er nog is. Als ze merkt dat je gevlucht bent, dan zal ze je direct achtervolgen. Zodra ze dat doet, moet je de handdoek achter je gooien. Die zal veranderen in een grote, brede rivier en het zal haar tijd kosten om die rivier over te steken. Als ze de overkant bereikt, gooi je vlug de kam achter je. Die zal veranderen in zo'n dicht bos, dat ze er nooit doorheen zal kunnen komen.”
"Maar als ik nu stop met weven het om de handdoek en de kam op te pakken," zei Natasja, "zal ze horen dat ik gestopt ben met weven. En krijgt ze me te pakken voordat ik zelfs maar de kans heb om ontsnappen."
"Maak je geen zorgen," zei de zwarte kat. "Ik regel dat." En toen nam hij de plaats van Natasja in bij het weefgetouw.
Klik-klak, klik-klak; het weefgetouw stopte geen moment.
Natasja keek uit het raampje en zag dat Baba Jaga nog in het badhuis was. Ze pakte vlug de handdoek en de kam en rende snel de hut uit.
De grote hond sprong op om haar aan stukken te scheuren, maar toen zag hij dat het Natasja was, hield hij in. Hij was het vlees en brood dat ze gegeven had niet vergeten. "Succes, mijn kind" blafte hij zacht. En ging weer liggen.
Toen Natasja bij de poort kwam, ging deze stilletjes open zonder enig gepiep. De scharnieren waren haar olie niet vergeten.
En toen rende en rende ze!
Ondertussen zat de magere kat aan het weefgetouw. Klik-klak, klik-klak, ging het weefgetouw. Baba Jaga kwam naar het raam. “Ben je aan het weven, nichtje?' vroeg ze met een hoge stem. “Ben je aan het weven, mijn liefje?”
“Ik ben aan het weven, tante,,” zei de kat, terwijl het weefgetouw klik-klak, klik-klak ging.
"Hé, dat is niet de stem van mijn nichtje!" gilde Baba Jaga. Ze sprong de hut in. Aan het weefgetouw zat geen klein meisje, maar een dunne zwarte kat!
"Grrr!" zei Baba Jaga. Ze sprong bovenop de kat. “Waarom heb je de ogen van het kleine meisje niet uitgekrabd?”
De kat antwoordde: "In al de jaren dat ik voor je werkte, heb je me alleen water gegeven en me laten jagen voor mijn avondeten. Dat meisje gaf me echte kaas."
“Grrr!” Baba Yaga greep de kat en schudde hem hard in het rond en zwiepte het arme beest weg.
Toen greep ze de meid stevig vast en schreeuwde: 'Waarom duurde het zo lang om het bad klaar te maken?'
"Ah!" riep de meid, "in al de jaren dat ik voor je werkte, heb je me nog nooit een kleed gegeven, maar dat meisje gaf me een mooie zakdoek." Baba Yaga vervloekte haar en rende de tuin in.
Toen ze de poort wijd open zag staan, gilde ze: 'Poort! Waarom piepte je niet toen ze je opendeed?'
"Ah!" zei de poort, "in al de jaren dat ik voor je werkte, heb je me nooit een druppel olie gegeven. Ik kon het geluid van mijn eigen gepiep nauwelijks verdragen. Maar het meisje heeft me geolied en ik kan nu open zwaaien zonder geluid."
Baba Yaga sloeg de poort keihard dicht. Ze draaide zich om en wees toen met haar lange magere vinger naar de hond. "Jij!" schreeuwde ze, “waarom heb je haar niet aan stukken gescheurd toen ze het huis uit rende?”
"Ah!" zei de hond, "in al de jaren dat ik voor je werkte, heb je me nooit iets anders te eten gegeven dan een oud bot. Maar het meisje gaf me echt vlees en brood."
Baba Yaga rende over het erf, vloekend en slaand en schreeuwend zo hard als ze kon.
Toen sprong ze op haar bezem en vloog de lucht in. Al snel zag ze het kleine meisje. "Je zult me nooit ontsnappen!" Krijste Baba Yaga met haar verschrikkelijke lach. Ze stuurde recht naar beneden in de richting van het meisje.
Natasja rende sneller dan ze ooit eerder had gerend. Ze hoorde Baba Yaga steeds dichterbij komen. Gelukkig herinnerde ze zich de woorden van de kat op tijd en gooide ze de handdoek achter zich op de grond. Die werd groter en groter en natter en natter en al snel stond er een diepe, brede rivier tussen het kleine meisje en Baba Yaga!
Natasja bleef door rennen. O, wat liep ze! Toen Baba Yaga de oever van de rivier bereikte, schreeuwde ze woedend, want ze wist dat ze niet over een betoverde rivier kon vliegen. Woedend vloog ze terug naar haar hut. Daar verzamelde ze al haar koeien en dreef ze naar de rivier. "Drink, drink!" schreeuwde ze tegen hen. De koeien dronken de hele rivier op tot de laatste druppel. Baba Yaga sprong snel op haar bezem en vloog over de opgedroogde rivier om Natasja te vangen.
Die was al een flink eind vooruit gerend. Ze dacht zelfs dat ze eindelijk verlost was van de verschrikkelijke Baba Yaga. Maar haar hart sloeg over van angst toen ze de donkere gedaante in de lucht weer achter zich aan zag razen!
"Ooooo, dit is het einde voor mij!" ze huilde. Toen herinnerde ze zich wat de kat over de kam had gezegd. Ze gooide hem vlug achter zich en de kam werd groter en groter, uit zijn tanden groeide een enorm groot dicht bos. Het was zo dicht dat zelfs Baba Yaga er niet doorheen kon komen. Baba Yaga, schreeuwend van woede en teleurstelling, draaide zich uiteindelijk om en vloog terug naar haar hut. En zo kwam het vermoeide meisje Natasja eindelijk thuis.
“Ik ben thuis, maar ik kan niet naar binnen,” zei ze tegen zichzelf, denkend aan haar gemene stiefmoeder. Ze wachtte buiten in de schuur tot ze haar vader thuis hoorde komen en rende toen huilend naar hem toe.
“Natasja! Waar ben je geweest?” riep haar vader. “ wat is er gebeurd, waarom is je gezicht zo rood?”
De stiefmoeder kwam naar buiten om te zien wat het lawaai was. Ze werd geel toen ze het meisje zag en haar ogen gloeiden groen en zo liet ze haar ware gemene zelf zien.
Maar nu was Natasja niet bang. Ze vertelde haar vader wat er was gebeurd. Toen de vader hoorde dat zijn vrouw zijn dochter naar Baba Jaga had gestuurd om te worden opgegeten, werd hij zo boos dat hij de stiefmoeder voor altijd het huis uitjoeg.
Vanaf dat moment zorgde de vader goed voor zijn dochter en liet hij nooit meer een vreemde tussen hen komen. Zoals vroeger stond de tafel iedere middag vol met honingbrood, aardbeienjam en thee. Vader en dochter speelden weer kiekeboe-spelletjes tot het tijd was om naar bed te gaan. En zo leefden de twee nog lang en gelukkig.