De rovers en de maan

Annie. M.G. Schmidt

 

Er waren eens drie rovers en ze woonden in een hol.

Het was erg ongezellig, want het stond zo vreselijk vol.

Er stonden koffers vol met goud en kisten diamanten

en zakken vol met zilverwerk in oude ledikanten.

Ze zeiden treurig, alle drie: ‘Ach, wat akelig is dat,

we willen weer gaan roven, maar we weten niet meer wat.’

Ze piekerden en piekerden en krabden op hun hoofd,

ze hadden alles, alles, alles, alles al geroofd.

 

Het was donker in het hol, maar door een kiertje scheen de maan,

een mooie, ronde, volle maan. Ze keken elkaar aan.

De maan, dat was een prachtidee, die zouden ze gaan roven.

‘Naar boven, jongens,’ zeiden ze, ‘onmiddellijk naar boven.’

Ze namen de toren van Lutjebroek en die van Overschie

en die van Geldermalsen en toen hadden ze er drie.

Die torens zetten ze op elkaar. Ze klauterden naar boven,

ze waren vastbesloten om die nacht de volle maan te roven.

 

Twee rovers deden hun ogen dicht, omdat ze duizelig werden.

‘Pak jij hem maar, doe jij het maar,’ zo zeiden ze tegen derde.

De derde rover nam de maan en klauterde naar benee.

‘Kijk uit, kijk uit, en hou je vast!’ zo riepen de andere twee.

De maan was zwaar en spiegelglad en toen opeens, wat stom,

hij liet hem uit zijn handen glijden, rommelebommelebom!

De maan viel naar beneden en kwam met een plons terecht

zo ergens in de buurt van Loenen, midden in de Vecht.

 

Het gaf een sisser, psst en psst, toen was het stil als een graf,

zodat we kunnen zeggen: ‘Dat liep met een sisser af.’

 

Gelukkig is er ergens, ja, ik weet niet of je het weet,

een groepje oude heren, een commissie, en dat heet:

‘Commissie Ter Bevordering Der Belangen Van De Maan.’

Die keken net naar boven en ze zagen hem niet staan.

‘De maan is weg!’ zo riepen ze, ‘wat moeten we nou doen?

We kunnen toch niet leven zonder maan, met goed fatsoen?

Maar weet je wat, het is nog niet zo’n vreselijke strop:

we hebben nog een oude maan, die hangen we wel op.’

 

De rovers kropen in hun hol, totaal versuft van schrik.

Daar zitten ze te bibberen tot aan dit ogenblik.

En jullie weet nu allemaal: de maan die je ziet staan,

is eigenlijk de echte niet. Het is een reservemaan.