De drie zonnebloemen


Er waren eens drie bloemen. Ze stonden langs de grote muur in de tuin, ze groeiden en groeiden en kregen een mooi bruin gezicht met een grote gele kraag. Ze voelden zich fijn. Elke dag werden ze groter en hoger.

Twee van de bloemen stonden gezellig te babbelen en zeiden tegen elkaar: Wat is dat groeien toch fijn. Zo leven is heerlijk. 

Maar één van de bloemen keek wat stil voor zich uit en zei: “Ik vraag me eigenlijk wel af wie ons doet groeien en wie ons zo mooi geel maakt.”

“Dag bloem..,” sprak er plotseling iemand. “Ik ben het die jullie doet groeien. Ik ben Vader Zon. Ik laat jullie leven en mijn warmte doet jullie groeien. Jullie zijn échte zonnebloemen. En jullie zullen nog mooier worden. Kijk steeds naar mij. Volg mij van 's morgens tot 's avonds en dan groeien jullie door mijn warmte en licht.” De zonnebloemen straalden van vreugde. En vanaf dat moment draaiden ze hun hoofdjes altijd naar Vader Zon. Zo werden ze elke dag mooier, hoger en geler.

Tot op een dag één van de zonnebloemen zei. "Ik draai niet meer mee, ik heb er geen zin meer in en wil mijn eigen zin doen. De tweede zonnebloem riep: “Die zon heb ik niet meer nodig, ik ben groot genoeg hoor"  "Jullie hebben gelijk," zei de derde bloem, "Hoe weet die zon het zo goed? Wij kunnen best zonder hem." En toen keerden de drie eigenwijze bloemen zich alledrie om en keken nu naar de muur. En zo keken de bloemen niet meer naar Vader Zon. Na een paar dagen gebeurde er iets vreemds: hun gezichten werden donkerder, hun gele kraag werd slap en bleek, hun hoofdjes begonnen te hangen en hun stengels werden slap. 

Toen begrepen ze het ineens: ze konden niet leven zonder de kracht van Vader Zon! En toen draaiden de bloemen hun gezicht heel zachtjes weer naar de zon en het duurde niet lang voor ze weer als mooie goudgele ZONNEBLOEMEN rechtop stonden de stralen langs de grote muur in de tuin.