Krakelingen (zoet)
Krakelingen (pretzels en broodkransen) staan voor de eeuwigdurende cyclus van de seizoenen.
Nodig:
- ½ kilo bloem
- 1 zakje droge gist of 25 gram vers gist
- 1 theelepel suiker
- snufje zout
- 1 glas lauwe melk
- 1 eetlepel vloeibare honing
- 200 gram boter ( kamertemperatuur)
- grove suiker om deeg door te rollen
Doen:
- Maak een giststarter van wat lauwe melk, de suiker en 50 gram bloem.
- Zet het rustig weg, tot de gist zijn werk begint te doen.
- Zeef de bloem in een kom. Strooi het zout aan de rand.
- Giet daar de giststarter bij.
- Werk dat door de bloem.
- Voeg vervolgens alle melk door de bloem en kneed er een stevig deeg van.
- Laat het deeg dan afgedekt met een theedoek minimaal 1 uur rijzen op een lauwwarme plek.
- Snij de boter in zeer kleine blokjes, voeg dat met de honig aan het deeg toe.
- Kneed goed door en
- laat het deeg nogmaals minimaal een half uur afgedekt op een lauwwarme plek rijzen.
- Vorm bolletje van ongeveer 8 centimeter ,
- rol dit uit tot dunne strengen,
- rol deze door de grove suiker en vorm er krakelingen van.
- Leg op een bakplaat met ingevet bakpapier.
- Afbakken in ongeveer 15 minuten in een voorverwarmde oven van ongeveer 200 ⁰C.
- Op een rooster goed laten afkoelen.