Sneeuwpret
Wat warrelt en dwarrelt daar zo zacht,
Midden in de winternacht?
Vlokjes, vlokjes, wit en rein
Willen op de aarde zijn.
Wit, zo wit is alles in 't rond
Wit zijn de bomen,
Wit is de grond.
Moeder maakt de kinderen wakker,
Een, twee, drie, vier en zelfs de kleine rakker.
Vijf kinderen zijn er opgestaan
En kijken door het kleine raam.
Oh, de wereld is wit, blij duikelen ze van de trap
En eten razendsnel hun bordje pap
Moeder, mogen we sleetje rijden?
In de witte wereld glijden?
Ja, maar eerst: Jasjes aan, sjaaltjes om en mutsje opgezet
En dan veel plezier en sneeuwpret!