De dwerg op de berg

(Sprookje uit Zwitserland)

Heel lang geleden leefde er in een klein dorpje een arme vrouw die alleen voor haar hongerige kinderen moest zorgen. Op een dag, zag ze aan de kleur van de lucht dat er sneeuw zou gaan vallen. Snel zocht Vrouw Inga een grote zak en ging het bos in om dennenappels te verzamelen. Terwijl ze in het grote bos tussen de bomen rondliep en de zak vulde met dennenappels, merkte ze plotseling, dat het weer veranderde, ze werd overvallen door een zware onweersbui. Donkere wolken verschenen aan de hemel, het begon steeds harder te waaien en de eerste sneeuwvlokken vielen uit de lucht. Al snel was vrouw Inga helemaal verkleumd van de kou en werd ze bedekt met laag sneeuw. En zo probeerde ze door de steeds dikker wordende sneeuwdeken naar huis te komen, maar ze kon bijna niet meer vooruit komen. Gelukkig zag ze net op tijd een grot tussen de bomen. Zo vlug ze kon sjokte er naar toe. Verbaasd ontdekte ze dat er een vuurtje brandde in de grot. En bij het vuur zat een klein mannetje zich op te warmen. "Gegroet, goede vrouw! Is het geen vreselijk weer vandaag?" sprak hij vriendelijk. De Inga groette hem vriendelijk terug.  “Kom dichterbij en warm u op. Vindt u de winter ook zo’n vervelende tijd? vroeg het mannetje aan haar. 

De Inga antwoordde: "Nee, echt niet hoor! Ik vind de winter juist mooi en mijn kinderen zijn gek op sneeuw. Maar nu moet ik vlug naar huis en naar ze toe, want ze zullen zich wel ongerust afvragen waar ik blijf " 

Direct stond Inga op en wilde net de zware, nat geworden zak optillen toen de kleine man zei: "Wacht, ik zal je helpen, de zak is echt te zwaar voor u." Hij pakte de zak, gooide hem over zijn schouder en volgde vrouw Inga naar het dorp. Toen ze bij de voordeur van haar huisje stonden zei hij: "Luister, goede vrouw, ga het huis in, sluit eerst alle deuren en ramen en maak dan pas de zak open." En met deze woorden verdween het mannetje. Vrouw Inga deed precies wat het mannetje had opgedragen en toen ze op het laatst de zak met dennenappels omkeerde, rolden er alleen maar gouden munten uit de zak! “Hemeltjelief, wat is dit voor een wonder” riep de arme vrouw uit. Vanaf dat moment lachte het geluk haar en haar kinderen toe. Ze konden heerlijke warme kleren kopen, kenden geen honger meer en hadden zelfs genoeg over om te delen met andere arme mensen. 

Nu woonde er een nieuwsgierige vrouw naast Inga en haar kinderen.  Die buurvrouw vroeg zich steeds maar af hoe het kon dat die arme Inga en haar kinderen ineens zo rijk waren. Op een dag kon ze haar nieuwsgierigheid niet meer tegenhouden en ging bij vrouw Inga op bezoek. Inga zette gastvrij een pot thee en een schaal vers gebakken zoete broodjes met boter voor de buurvrouw neer. Maar de buurvrouw kwam niet om gezellig thee te drinken, ze wilde antwoorden en precies weten hoe Inga ineena zo rijk geworden was. Inga wilde eerst niets vertellen maar de buurvrouw bleef maar doorvragen en vragen en uiteindelijk gaf Inga toe en vertelde het hele verhaal. De volgende dag stond de buurvrouw vroeg op en pakte een enorme zak en liep van binnen brandend jaloezie met driftige pas het bos in. Daar verzamelde ze een paar dennenappels, keek naar de lucht en toen er een paar sneeuwvlokken vielen ging ze direct de grot. En precies zoals Inga beschreven had, zag ze daar de kleine man bij het vuur zitten. 

"Gegroet!" riep de kleine man. "Slecht weer vandaag he." "Ja, wat je zegt," klaagde de vrouw. “De winter is vreselijk en koud. En sneeuw is het allerergste wat er bestaat. Toen stond ze op en wilde de zak pakken. Maar ook nu was het mannetje sneller en zwiepte de zak over zijn schouder en droeg hem door de sneeuw naar haar huis. Bij de voordeur zei hij tegen de buurvrouw: "Luister goed, ga het huis in, sluit alle deuren en ramen en maak dan pas de zak open." De nieuwsgierige buurvrouw haastte zich ongeduldig het huis in, deed de deuren en ramen op slot en keerde de zak vlug om, maar wat rolde er uit de zak?

Mieren, miljoenen mieren. Ze beten en prikten de buurvrouw waar ze maar konden en nu had de hebberige buurvrouw pas écht wat te zeuren en te klagen. Vrouw Inga en haar kinderen leefden rustig, vrijgevig en gelukkig nog vele jaren en van het kleine mannetje, dat precies had geweten wie zijn hulp werkelijk verdiende, werd nooit meer iets gehoord of gezien.