De ridder van vogelenzang

( Annie.M.G. Schmidt)

 

Er leefde een ridder in Vogelenzang

Al heel lang geleden, verschrikkelijk lang

Die draken versloeg voor een roos en een zoen

Zoals men dat nu nog maar zelden ziet doen

Die dappere ridder van Vogelenzang!

Maar 's avonds, in 't donker, dan was hij zo bang!

Dan lag hij te beven tot kwart over zeven

Want altijd, in 't donker, dan hoorde hij leven!

En iedere nacht, om zijn angst kwijt te raken

Probeerde hij vrolijke rijmpjes te maken

En telkens begon hij van voren af aan:

Wat heb ik vandaag voor heldhaftigs gedaan?

Vijf draken verslagen

Een jonkvrouw gered!

Waarom lig ik dan zo

Te rillen in bed?

 

En prompt overdag, als de hemel ging klaren

Versloeg hij weer draken, of 't kevertjes waren

Die dappere ridder van Vogelenzang

Maar 's avonds, in 't donker, dan werd hij weer bang

Dan ging hij weer rijmen van voren af aan:

Wat heb ik vandaag voor plezierigs gedaan?

Mijn paard opgetuigd

En mijn helm ingevet

Mijn vrouw toegeknikt

Toen ze thee heeft gezet

Waarom lig ik dan zo

Te trillen in bed?

 

Om een uur des nachts werd het meestal te bar!

Dan raakte die ridder totaal in de war!

Dan jankte hij zachtjes, bij ieder geluid

En lag maar te prevelen, stil voor zich uit:

Een jonkvrouw verslagen

Vijf draken gered...

Maar zeg ik het goed?

Nee, het lijkent wel pret!

Mijn vrouw afgetuigd

En mijn paard ingevet...

Een draak toegeknikt toen hij thee had gezet...

Ik weet het niet meer en ik hoor weer geluid...

'k Ben bang in het donker!

Wie haalt me d'r uit?

Moederrrr!