De Septemberfee
De maand Augustus was alweer voorbij. “Het is tijd om te gaan,” riep hij naar de zomer. 'We moeten plaats maken voor de volgende maand. En een ander seizoen”
'Ik heb helemaal nog geen zin om te gaan,' gromde de zomer. „Ik ben hier en ik blijf hier.”
„Nee hoor, geen tijd om te gaan,” riep ook de Augustusfee uit. "Ik ben nog bezig. Niet al het fruit heeft rijpe, rode wangen. Mijn werk zit er nog niet op.”
“ Pfttt wat is het nog warm” zeiden de trekvogels. “Met deze zomerse warmte is een vlucht naar het zuiden uitgesloten.”
“Veel te mooi weer om al een wintervoorraad te verzamelen,” mopperden de dieren in de velden en bossen.
“Het is nog te vroeg!” Riepen de mensenkinderen. “We willen lekker zwemmen bij het meer. De herfst is stom.”
“De herfst is stom………”
Deze woorden weergalmden over het land en zo hoorde de Septemberfee ook alle protesten. Heel rustig en voorzichtig was ze op weg naar het land. “Veranderingen,” dacht ze, “ kunnen beter langzaam gaan. Dan zijn ze minder pijnlijk. Want geen enkele tijd in het jaar mag verdrietig of boos maken. Het einde van de zomer doet mens en natuur altijd weer te veel pijn.” De Septemberfee zuchtte. Haar taak was niet gemakkelijk. Het terugtrekken van de planten en dieren zal vanaf nu beginnen en de mensen zullen zien hoe de dagen korter worden en hoe de warme en lichte tijd beetje bij beetje verdwijnt. “Toch zouden ze van de herfst moeten houden. Net zoals ze van de zomer houden,” dacht de zwijgende, wijze fee. En ze bedacht een plan “ Als ik de dagen zou laten schitteren als mooie zilveren sieraden. Dan zouden ze wél blij zijn als ze mijn ' Septemberland' zien. Elke dag meer en meer." En toen begon ze met het uitvoeren van haar idee. In de vroege ochtenduren toverde ze magische heldere sluiers van mist over beken, rivieren, meren en weilanden. Ze bedekte de bloemen, kruiden, grassen, struiken en bomen met dunne zilveren draden. Daarna spreidde ze haar magische mantel uit, die was gesponnen van alle kleuren van de regenboog en er vlogen miljoenen kleine twinkelende vonkjes over het land. Ze lagen als parels op de zilveren draden en te wachten tot de zon opkwam. En toen Vader Zon opkwam , was het magische wonder van de Septemberfee zichtbaar. Het hele land fonkelde en glinsterde en leek op een enorme schatkist vol goud, zilver en juwelen. En dat iedere septemberochtend opnieuw.
"Een wonder!" Riepen de mensen toen ze 's ochtends naar buiten gingen en de sprankelende magie van september in tuinen, bossen en over weilanden zagen.
“ Kijk hoe prachtig” riepen ze blij en velen zeiden: 'September is een waardige opvolger van augustus en de zomer!”
"Gelukkig!", fluisterde de Septemberfee toen ze de vreugde in het land zag. Ze voelde zich eindelijk welkom en haar hart begon zelfs helemaal te gloeien toen ze de kinderen in het land hoorde roepen: "Wat is de herfst toch geweldig!” En zo vloog de Septemberfee blij en gelukkig de hele septembermaand rond tot de volgende maand aan de beurt was…..