Ik ben een vogel

 

Ik ben een vogel klein

en bouw mijn nestje fijn

Ik Breng een takje,

Ik breng een blaadje

met een grasje,

met een draadje

of wel met een pluisje wol,

zo bouw ik mijn nestje vol

Is dan dra het nestje klaar

leg ik al mijn eitjes daar

en zit daarop dan stil te dromen

tot de kleintjes uit hun schaaltjes komen

O wat gepiep! En wat gezwoeg

die kleintjes hebben nooit genoeg

Maar zijn ze groot geworden

is het nestje hun te klein

Hola! Dan de lucht in,

't vliegen is toch fijn!