Het verhaal van Beltane

 

In het land van de Koning Eik, was het volop lente.

Bloemen in alle kleuren van de regenboog kleurden de bossen en velden. De bloesem van de vlier en meidoorn lieten de lucht heerlijk geuren. Overal huppelden jonge dieren en klonk het gezoem van bijtjes en hommels.

Daar bloeide ook de liefde tussen god, Koning Eik, en de godin meer en meer op.

Verliefd en knuffelend wandelden ze door de tuinen van zijn kasteel. De bloemenfeeën riepen elkaar vrolijk toe:

“Kijk eens hoe verliefd ze zijn, het is bijna zover!” En ze rinkelden met hun stafjes, zodat iedereen in het land kon horen dat het Beltanefeest met een bruiloft eraan kwam.

Zoals ieder jaar was een klein groepje feeën druk aan het werk. Vanaf het moment dat godin met haar sneeuwhaas over de velden liep en haar spoor van lentebloemen achterliet, waren ze begonnen met de voorbereidingen van de bruiloft. Wat was godin een prachtige jonge vrouw geworden, ze wisten zeker dat Koning Eik vlug met haar zou gaan trouwen. En zo weefden de feeën haar bruidsjurk en maakten zij alles voor het bruidsbed klaar.

Al weken en weken weefden de feeën van allerlei prachtige bloemen een schitterende jurk en een prachtige lakens.

In dat weefwerk stopten zij al hun wensen voor het geluk van het bruidspaar, de aarde en al haar levende wezens groot en klein.

Ook maakten zij midden in het bos op een klein open veldje met zacht mos een prieeltje met een bed van bloemen en bladeren, zo zacht en heerlijk geurend als maar mogelijk was. Het licht van de maan verlichtte het bloemenbed zacht.

Een klein feetje dat dit jaar voor het eerst mocht helpen met het weven, spong toen alles klaar was, zachtjes op het bed en voelde hoe zacht het was.

Voorzichtig sprong ze op en neer, terwijl ze haar belletjes liet rinkelen zong ze: ‘Godin en Koning Eik het weven is nu klaar, wees welkom lief bruidspaar!’

Maar al wie er kwam, geen bruidspaar. Zij wandelden en wandelden verliefd in de kasteeltuin en zagen alleen elkaar en hadden geen oog voor de tijd.

De feeën begonnen zich zorgen te maken, het was al eind April en alles op aarde kon pas bevrucht worden door het huwelijk tussen godin en Koning Eik.  

Het was tijd voor de meiboom wisten ze. Op de grens van het bos en de kasteeltuin zetten de feeën een hoge paal neer. Toen riepen de feeën de kinderen van het mensenvolk bij zich en vertelden hen dat het weer tijd was om rond de meiboom te dansen. De kinderen hadden er zin in, want ook zij wisten dat dit de zomer dichterbij zou brengen. Snel verzamelden ze lange vrolijk gekleurde linten en gaven ze aan het kleine feetje. Zij vloog op en neer en knoopte de linten boven aan de meiboompaal vast. Toen alle linten vast zaten, zette ze boven op de paal nog een bloemenkrans. Het kleine feetje en de kinderen keken trots naar de prachtige meiboom. Op de dag van Beltane pakten de kinderen ieder een uiteinde van een lint en begonnen om de meiboom te dansen terwijl ze vrolijk zongen:

“Om de boom, rond en rond

Kom we weven, kom we dansen

Om de boom, draai en keer

bonte linten, op en neer!”

De kinderen draaiden en draaiden er op los en hun vrolijke gezang trok uiteindelijk de aandacht van de godin en koning Eik. Ze liepen vrolijk naar de kinderen en de meiboom toe. De feeën lachten opgelucht. Het was het kleine feetje en de kinderen weer gelukt. Het aankomend bruidspaar wist nu dat het Beltane en hun trouwdag was.

Koning Eik pakte Godin bij de hand en samen wandelen ze het bos in naar de open plek met het prieel. Daar was het bruiloftsfeest net als ieder jaar. De oudste van alle feeën bond de handen van godin en de god Koning Eik aan elkaar vast met een bloemenkoord en sprak haar wens en zegening uit. Toen het donker en killer werd, staken de feeën het heilige vuur aan met hout van negen bomen: de berk, de eik, de lijsterbes, de wilg, de es, de hazelaar, de appel, de den en de hulst.  Het hout van iedere boom gaf speciale kracht aan het vuur en toen het vuur goed brandde,  sprongen godin en god samen hand in hand over het vuur heen om zo geluk en vruchtbaarheid te krijgen.  Daarna ging het verliefde paar het prachtige bloemenprieel in en onder het licht van grootmoeder maan vreeën ze samen en zo werd de bevruchting van de godin en de hele aarde in gang gezet.

Die Beltane-nacht werden er overal in het land van Koning Eik heilige vuren aangestoken en verliefde paren en beste vrienden sprongen er samen over heen, terwijl ze hun wensen naar het vuur stuurden.

De volgende dag verlieten godin en god het bloemenprieel.  Vrolijk en gelukkig wandelden ze terug naar hun kasteel. Maar niet, voordat ze het feeënvolk bedankten en hen een overvloed aan melk en honing schonken.

De hele dag werd er in het land van Koning Eik feest gevierd, overal dansten de mensen rond de meiboom en sprongen over heilige vuren. Er werd gezongen en lekker gegeten  en gedronken. Tot op de dag vandaag vieren de mensen het Beltane feest, maar nooit zonder de feeën te vergeten.......